Herziening in strafzaken: de rol van een particulier onderzoeker bij het vinden van een novum

In het strafrecht is een onherroepelijke veroordeling vaak het einde van een zaak. Maar wat gebeurt er als er aanwijzingen zijn dat een veroordeling mogelijk onterecht was? In Nederland biedt het rechtssysteem een speciale mogelijkheid om een strafzaak opnieuw te beoordelen: herziening. In dit artikel wordt besproken welke rol een particulier onderzoeker kan hebben bij het vinden van nieuw bewijs dat tot herziening in strafzaken kan leiden.

Wat is herziening in strafzaken?

Herziening is een buitengewoon rechtsmiddel waarmee (in uitzonderlijke gevallen) een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling ongedaan kan worden gemaakt. Een strafzaak is onherroepelijk wanneer alle beroepsmogelijkheden zijn benut, of wanneer de termijn voor het instellen van beroep is verstreken zonder dat beroep is ingesteld.

Een herzieningsverzoek moet worden ingediend bij de Hoge Raad en kan op elk moment en zelfs meerdere keren door (de advocaat van) een veroordeelde worden ingediend. Er gelden geen verjaringstermijnen. Dat betekent dat het recht om een herzieningsverzoek in te dienen niet verloren kan gaan doordat de veroordeling te lang geleden heeft plaatsgevonden.

Een succesvol herzieningsverzoek kan leiden tot heropening van de zaak en eventueel een nieuwe behandeling bij een gerechtshof. Dit kan uiteindelijk resulteren in een andere uitspraak, zoals vrijspraak of strafvermindering.

Gronden voor herziening 

De mogelijkheid tot herziening is opgenomen in artikel 457 Wetboek van Strafvordering en noemt drie gronden:

  1. Tegenstrijdige veroordelingen waarbij het dient te gaan om een conflict tussen twee onherroepelijke Nederlandse strafvonnissen of arresten wegens eenzelfde feit en het bewijs van de onschuld van een der veroordeelden uit de tegenstrijdigheid van de beslissingen volgt;
  2. Een geslaagde klacht bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM). Hierbij moet er geoordeeld zijn dat er een mensenrecht is geschonden waardoor rechtsherstel nodig is als bedoeld in artikel 41 EVRM;
  3. Een nieuwe omstandigheid die ten tijde van het strafproces nog niet bekend was. Ook wel een ‘novum’ genoemd. Het gaat hierbij om gegeven waarbij de rechters waarschijnlijk tot een ander oordeel zou zijn gekomen als deze tijdens het strafproces bekend waren geweest.

De eerste twee gronden worden hier niet verder besproken, de derde grond zal hier wel nader worden toegelicht.

Het vereiste van een novum

Voor een herzieningsverzoek is het meestal noodzakelijk dat er sprake is van een novum. Een novum is een nieuw gegeven, waarvan de rechter op het moment van behandeling van de rechtszaak niet op de hoogte was. Bovendien moet het ernstige vermoeden bestaan dat de rechters – als zij op het moment van behandeling van de rechtszaak wél van dat gegeven op de hoogte zouden zijn geweest – tot een vrijspraak zouden zijn gekomen, hetzij tot een ontslag van alle rechtsvervolging, hetzij tot de niet-ontvankelijkverklaring van het openbaar ministerie, hetzij tot de toepassing van een minder zware strafbepaling.

Een novum kan bijvoorbeeld bestaan uit:

  • Forensisch bewijs dat destijds niet beschikbaar was of pas later (op de juiste manier) is onderzocht;
  • Een nieuwe, betrouwbare getuigenverklaring;
  • Wetenschappelijke inzichten of technieken (zoals DNA-analyse) die nog niet beschikbaar waren op het moment van de veroordeling en die een ander licht kunnen werpen op de zaak;
  • Nieuw objectief bewijs ter ondersteuning van het alibi van de veroordeelde.

De rol van een particulier onderzoeker bij het vinden van een novum 

Een recherchebureau als A FONDO kan een belangrijke bijdrage leveren bij het zoeken naar een novum voor een herzieningsverzoek. Het werk van een particuliere onderzoeker is onafhankelijk en kan verschillende aspecten van een afgesloten strafzaak opnieuw onderzoeken. Hier zijn enkele manieren waarop een particulier onderzoeker een herzieningsverzoek kan versterken:

  • Heranalyse van het bewijsmateriaal: Een particulier onderzoeker kan bestaande bewijzen opnieuw onder de loep nemen en onderzoeken of deze volgens de juiste procedure zijn verzameld en geïnterpreteerd. Nieuwe technologieën of inzichten kunnen bijvoorbeeld leiden tot nieuwe bevindingen, vooral bij forensisch bewijs.
  • Opsporen van nieuwe getuigen of getuigenverklaringen: Er kan gericht worden gezocht naar nieuwe getuigen of mensen die destijds niet gehoord zijn. Daarnaast kan de particulier onderzoeker eerder afgelegde getuigenverklaringen opnieuw bekijken, waarbij getuigen onder nieuwe omstandigheden of inzichten soms bereid zijn om aanvullende of zelfs tegenstrijdige verklaringen af te leggen.
  • Toepassing van nieuwe onderzoekstechnieken: Particuliere onderzoekers hebben vaak toegang tot andere gespecialiseerde analysemethoden, wat kan helpen om nieuwe feiten aan het licht te brengen of om aan te tonen dat eerdere analyses onvolledig of foutief waren.
  • Verzamelen van contextuele informatie: Soms kunnen nieuwe ontwikkelingen in de zaak of veranderingen in de omstandigheden nieuwe inzichten opleveren. Een particulier onderzoeker kan bijvoorbeeld in kaart brengen of er andere verdachten of alternatieve scenario’s zijn die niet onderzocht zijn in het oorspronkelijke proces.
  • Documentatie van onregelmatigheden: Er kunnen onregelmatigheden en procedurele fouten in het eerdere onderzoek geïdentificeerd en vastgelegd worden. Denk hierbij aan fouten in het politieonderzoek, onjuiste procedures of mogelijke schendingen van de rechten van de verdachte. Hoewel dit strikt genomen geen novum vormt, kan het wel een belangrijk argument zijn voor het heropenen van de zaak.

De meerwaarde van onafhankelijk onderzoek

Onafhankelijk onderzoek door een particuliere onderzoeker kan waardevolle inzichten opleveren die mogelijk niet door de oorspronkelijke opsporingsinstanties zijn gevonden. Omdat een particulier onderzoeker niet gebonden is aan de oorspronkelijke theorieën en vermoedens, kan er onbevooroordeeld en met een open blik naar de zaak worden gekeken. Dit kan leiden tot het vinden van een novum, wat kan bijdragen aan gerechtigheid voor de verdachte.

Stel dat een veroordeelde beweert dat hij ten onrechte is veroordeeld voor een geweldsdelict, en hij beschikt over een alibi dat destijds niet is geverifieerd. Een particulier onderzoeker kan het alibi onderzoeken en zoeken naar objectieve ondersteunende bewijzen, zoals camerabeelden, digitale (telecom)gegevens of getuigen die destijds niet zijn benaderd. Als dit onderzoek erin slaagt nieuwe en geloofwaardige bewijzen te vinden die de onschuld van de veroordeelde ondersteunen, kan dit als novum worden ingebracht bij een herzieningsverzoek.

De uitdagingen en beperkingen

Het vinden van een novum en het indienen van een herzieningsverzoek is een complex en tijdrovend proces. Omdat herziening een uitzonderlijk rechtsmiddel is, gelden strikte eisen voor de kwaliteit en betrouwbaarheid van het nieuwe bewijs. Het werk van een particulier onderzoeker moet daarom altijd zorgvuldig en objectief worden uitgevoerd, met oog voor detail en volgens de hoogste professionele standaarden.

Het vinden van een novum vereist grondig onderzoek en expertise. Niet elk nieuw feit zal voldoende zwaarwegend zijn om herziening te rechtvaardigen. Daarom is het belangrijk dat de particulier onderzoeker nauw samenwerkt met de advocaat en andere juridische professionals om het bewijs zo goed mogelijk te analyseren en voor te bereiden.

Aanvullend onderzoek

Als het gaat om een veroordeling voor een ernstig strafbaar feit zoals moord of doodslag, kan de veroordeelde, voorafgaand aan een eventueel herzieningsverzoek, ook eerst aan de procureur-generaal (PG) bij de Hoge Raad vragen om aanvullend onderzoek te laten doen, bijvoorbeeld door de politie. Dat kan in het bijzonder als er wel aanwijzingen zijn dat uit nieuwe informatie mogelijk kan blijken dat iemand ten onrechte is veroordeeld, maar er meer onderzoek nodig is. De PG kan, en in sommige gevallen moet, zich laten adviseren door de Adviescommissie afgesloten strafzaken (de ACAS) over de wenselijkheid en de inhoud van aanvullend onderzoek. De veroordeelde kan de resultaten van het aanvullende onderzoek gebruiken om zijn herzieningsverzoek te onderbouwen. De PG kan ook zelf besluiten om een herzieningsprocedure te starten.

Wanneer het onderbouwde onderzoeksrapport van een recherchebureau toch niet voldoende blijkt voor een aantoonbaar novum, kan dit wél aanleiding zijn voor een procureur-generaal om aanvullend onderzoek te laten doen door de politie of door de ACAS, wat uiteindelijk alsnog tot een geslaagde herziening kan leiden.

Quickscan

Het is mogelijk om tegen een gereduceerd tarief een quickscan van het dossier te laten verrichten om inzicht te krijgen in de onderzoeksmogelijkheden. Er zal dan ook een inschatting worden gemaakt van de kosten.

Samenvatting

Herziening in strafzaken biedt een essentiële mogelijkheid om onterechte veroordelingen recht te zetten, maar vereist bijna altijd een novum. Een particulier onderzoeker kan een belangrijke rol spelen in het vinden van dit nieuwe bewijs door het opnieuw onderzoeken van bestaande feiten, het gebruik van moderne analysemethoden en het verzamelen van aanvullende verklaringen of nieuw materiaal. Het onafhankelijk karakter van het onderzoek draagt bij aan een eerlijke kans voor de veroordeelde om zijn of haar zaak opnieuw te laten beoordelen. Hierbij streven wij ons motto na: gerechtigheid door waarheidsvinding.

Wilt u (als veroordeelde of als advocaat) door een deskundig recherchebureau onderzoek laten doen ter onderbouwing van een herzieningsaanvraag?

Neem vrijblijvend contact op

Bronnen