De toegevoegde waarde van een recherchebureau bij de opsporing van strafbare feiten

Recherchebureau

Wist u dat bij de spraakmakende ‘Valkenburgse zedenzaak’ het meisje Kimberly uiteindelijk door een particulier recherchebureau is opgespoord en niet door de politie? In dit artikel vertel ik hier meer over en leg ik uit wat de toegevoegde waarde van een particulier recherchebureau bij de opsporing van strafbare feiten kan zijn. 

De opsporing van strafbare feiten beschouwen velen als een taak van de politie. Toch zie je steeds meer dat opsporingsactiviteiten die voorheen door de politie werden verricht, ook gedeeltelijk naar particuliere recherchebureaus verschuiven. Door de jaren heen is er bij politie en justitie veel bezuinigd. Hierdoor zijn zij genoodzaakt om prioriteiten te stellen in de verschillende soorten zaken. Dat heeft tot gevolg dat veel dossiers of aangiftes niet kunnen worden behandeld. Particuliere recherchebureaus voorzien in de behoefte waar justitie en politie tekort schieten. Bij het verzamelen van bewijsstukken hebben particuliere recherchebureaus als voordeel dat ze meer vrijheid hebben dan de politie en onafhankelijk zijn van de toestemming van de Officier van Justitie of de Rechter-Commissaris.

VOORONDERZOEK BIJ AANGIFTE

De politie kan pas een strafrechtelijk onderzoek starten als er een redelijk vermoeden van schuld is van strafbare feiten. Particuliere recherchebureaus zijn niet aan die regel verbonden. Als er maar een gerechtvaardigd belang is bij de opdrachtgever om een onderzoek te laten doen. Er kan dus sneller gehandeld worden en er is geen sprake van capaciteitstekort. Indien de politie bij een aangifte niet genoeg aanleiding ziet of er geen mogelijkheden zien om een onderzoek te starten, kan een particulier recherchebureau een vooronderzoek uitvoeren. De aangifte kan dan onderbouwd worden met het gevonden bewijsmateriaal, zodat de politie uiteindelijk wél genoeg aanwijzingen heeft om een onderzoek te starten. Het bewijs kan dan het in het strafproces worden betrokken als startinformatie en later eventueel gebruikt als geldig bewijsmiddel.

VALKENBURGSE ZEDENZAAK

Een goed voorbeeld van zo’n vooronderzoek door een particulier recherchebureau is de spraakmakende ‘Valkenburgse zedenzaak’. De 16-jarige Kimberly werd vermist en was vermoedelijk in handen van een loverboy. De ongeruste ouders van het meisje deden aangifte bij de politie, maar zij kwamen niet in actie. Wanhopig wendde zij zich tot een particulier recherchebureau, die het minderjarige meisje in slechtsenkele dagen opspoorde. Met de door hen gevonden informatie en bewijsmiddelen startte de politie een grootschalig onderzoek. Later bleek er sprake te zijn van een loverboy die Kimberly aanzette tot betaalde seks met tientallen mannen. Inmiddels zijn 21 mannen in deze zaak veroordeeld wegens het hebben van seks met een minderjarige.

GEEN ONRECHTMATIG VERKREGEN BEWIJS

De rechter zal in een strafrechtelijke procedure moeten beoordelen of de onderzoeksresultaten van het particulier recherchebureau rechtmatig zijn verkregen en of deze als bewijs mogen worden gebruikt. In de praktijk komt het zelden voor dat dit niet het geval is. Er bestaat namelijk geen ‘onrechtmatig verkregen bewijs-bepaling’ voor deze branche, zoals in het strafproces wél geldt voor de politie en het openbaar ministerie. Alleen indien de overheid bemoeienis heeft gehad bij het verkrijgen van het bewijs van het particuliere recherchebureau, dan zou dit een strafprocessueel gevolg kunnen hebben (uitsluiting van het bewijs in de procedure, strafvermindering of niet-ontvankelijkheid verklaring van het openbaar ministerie). Tot nu toe laat de Hoge Raad veel ruimte voor de bewijsverzameling van de particuliere recherchebureaus.

‘OPSPORENDE  BURGER’

De rol van het particuliere recherchebureau wordt in het strafproces gelijkgesteld met een ‘opsporende burger’. Een goed voorbeeld uit de jurisprudentie van een opsporende burger is het ‘Babyfoon-arrest’. In dit arrest van de Hoge Raad waren opnames gebruikt die de buren van de verdachte hadden gemaakt, die aanleiding gaven om aan te nemen dat hij betrokken was bij een strafbaar feit. Zij hadden telefoongesprekken opgenomen via de babyfoon die hun buurman in diens woning had gevoerd. De Hoge Raad oordeelde dat dit als bewijs mocht worden gebruikt, omdat er geen sprake was geweest van enige bemoeienis van de overheid bij het verkrijgen van het bewijs.

BURGERS OPGELET!

Het vergaren van bewijsmiddelen door burgers heeft echter nadelen. Dat bewijs toelaatbaar is, betekent namelijk nog niet zonder meer dat de manier waarop het wordt verkregen niet onrechtmatig is. Een inbreuk op het beschermde recht op privacy levert in beginsel een onrechtmatige daad op, tenzij er sprake is van een rechtvaardigingsgrond. Bij afwezigheid van een rechtvaardigingsgrond, moet de met die inbreuk verkregen bewijsmiddelen als onrechtmatig worden aangemerkt, waarbij de wederpartij schadevergoeding zou kunnen eisen. Het zou zelfs voor kunnen komen dat de manier waarop bewijs wordt verkregen, strafbaar is. Het is dus belangrijk om goed op te letten bij het verzamelen van bewijs. A FONDO is hierin gespecialiseerd. Wij zouden u kunnen helpen bij het vergaren van bewijs of het beoordelen en analyseren van bestaand bewijs. Vanwege onze juridische kennis kunnen wij adviseren welke stappen er het beste genomen kunnen worden in een procedure.

Particuliere recherchebureaus houden zich onder andere bezig met het verrichten van feitenonderzoek naar personen of zaken met een strafrechtelijke achtergrond. De onderzoeken blijken effectief. Ze zijn namelijk vaak sneller, werken efficiënter, zijn minder gebonden aan regels of toestemming en hebben geen last van capaciteitstekort. Daarnaast zijn wij op de hoogte van alle wetten en regelgeving hieromtrent, waardoor wij de waarde van bewijs goed kunnen inschatten. De onderzoeksresultaten van een particulier recherchebureau kunnen aanleiding zijn voor de politie om een onderzoek te starten en het kan later in het strafproces ook al bewijs worden toegelaten.

Bedankt voor het lezen van mijn artikel en tot de volgende!

***

BRONNEN

Hoge Raad 14-01-2003, NJ 2003, 288

Rechtbank Limburg, 30-07-2015, NBSTRAF 2015/203

S. Brinkhoff (2008), Burgeropsporing. Radboud University Nijmegen;

De minister van Justitie (2004), Kamervragen over de rol van particuliere recherchebureau’s in opsporingsonderzoeken en in uitspraken van rechters.